Turnhout (B)

Geschiedenis

GESCHIEDENIS VAN DE SINT-THEOBALDUSKAPEL TE TURNHOUT

Beschermd monument bij Koninklijk Besluit van 31 juli 1936

Aan het einde van de Patersstraat (vroeger de Potterstraat), op de tweesprong van de steenwegen naar Breda en Tilburg, werd in de 14de eeuw een kapel opgericht. Ze werd toegewijd aan de H.Theobaldus die in de volkstaal Sint Eeuwout werd genoemd. De Sint-Theobalduskapel was één van de oorden waar genezing van talrijke kinderkwalen werd afgesmeekt. In de kapel werd bovendien een andere schutsheilige door de bevolking aangeroepen: Onze Lieve Vrouw van Bijstand. Zij werd beschouwd als de redster van de stad tijdens de Slag van Turnhout, het begin van de Brabantse Omwenteling van 1789.

De St.Theobalduskapel was een volkomen vrijstaande kapel, enkel omringd door eiken- en lindebomen. Een rustige en kalme omgeving als uitnodiging tot gebed. Slechts een boerderij recht over de ingang der kapel gelegen, sober van lijnen, zonder verdieping, wit gekalkt was het enige gebouw passend bij de sobere architectuur van de kapel.

HET GEBOUW

De St-Theobalduskapel is de oudste kapel van de stad. Het betreft een zaalkerkje met laatgotisch schip van twee traveeën uit de 17de eeuw, met een iets smaller, hoger opgetrokken koor van drie rechte traveeën en een driezijdige absis in hooggotische stijl uit de 14de eeuw. Bakstenen gevels onder steile zadeldaken met vierkante dakruiter onder een ingesnoerde spits boven het schip. Verankerde tuitvormige voorgevel met gedrukt spitsboogvenster in de top; dubbele toegangsdeur in een mooie hardstenen rococo-omlijsting. Zijgevels met kleine spitsboogvensters en een korfboogdeurtje (thans verdwenen). Koor geritmeerd door verjongende steunberen, met hoge spitsboogvensters. Twee blinde en één opnieuw opengewerkt venster in de absis.

Het interieur: bepleisterd tongewelf met 17de eeuws lijst- en paneelwerk en ijzeren trekankers; 17de eeuws portiekaltaar van gemarmerd hout, afkomstig van de kerk van Weelde, communiebank in eik 17de eeuws, preekstoel in eik 17de eeuws (niet meer aanwezig).

De glasramen stellen voor: De Annunciatie en De Geboorte van Christus, dateren uit 1934 en 1935 (firma Crickx Brussel). De eiken lambrisering en het eiken portaal dateren van 1924-1927 (restauratie door architect J. Taeymans).

Hoewel de kapel voor het eerst in een document van 1401 vermeld wordt i.v.m. de stichting van een kapelanie, dateert het koor waarschijnlijk uit de 14de eeuw.

De kapel werd in augustus 1566 door beeldenstormers bezocht, maar over de aangerichte schade tasten we in het duister. Einde 16de eeuw werden dakwerken uitgevoerd doch de grootste ingrepen gebeurden in de 17de eeuw.

In 1631 noteerden de rekeningen uitgaven voor lood, nagelen, reparaties aan glazen, een nieuwe riem van de klepel van de klok en tweemaal een klokzeel. Er werd een aanzienlijk bedrag uitgegeven aan timmerlieden voor werk aan de nieuwe toren, een mogelijke aanwijzing dat de bouw van het schip van toen dateert. De kapel beleefde goede en slechte dagen. Meer dan eens werd zij gesloten en konden er geen missen gecelebreerd worden, maar steeds werd zij terug geopend.

In de twintiger en dertiger jaren van de 17de eeuw werden onze gewesten geteisterd door de noodlottige epidemie van de pest. Het stadsbestuur besloot de slachtoffers van de pest te begraven zowel aan de Sint-Eeuwoutskapel als op het kerkhof van de Sint-Pieterskerk. In 1637 en 1638 bleef de kapel gesloten “overmits het peryckel doentertyd aldaer vande contagieuse siecte was”. In de kapel zelf lagen mensen begraven. Er werden in de eerste helft van de 17de eeuw verschillende graven toegemetseld.

Het midden van de 17de eeuw betekende een periode van restauratie en verfraaiing van de kapel. In 1653 werd het oude altaar van de kerk van Weelde overgekocht, en heropgericht in de Theobalduskapel. En in 1660 werd, eveneens van Weelde, een Onze Lieve Vrouw beeld aangekocht. In deze periode werd de kapel meer dan eens gewit en werden er schaliën vernieuwd. In 1710 werd er bezet en gewit.

Tijdens de 18de eeuw werden geregeld werken uitgevoerd aan de kapel, er werden schaliën, lood en nagels aangekocht en er werden glazen hersteld.

Met de Franse Revolutie (1789) brak een van de meest bewogen periode uit onze geschiedenis aan. Tijdens de Franse tijd (1795-1815) werden de erediensten verboden. Te Turnhout werden de kerken en kapellen in 1797 gesloten, een toestand die niet kon blijven duren. Door een besluit van 28 december 1799 werd het gebruik van onverkochte kerken toegelaten. Op 6 februari 1800 stemde het stadsbestuur erin toe de kapellen van Sint Theobaldus en van Zevendonk te heropenen. Vanaf ca 1830 deed de kapel dienst als lagere school omdat militairen logementen hadden opgeëist. Deze toestand bleef onveranderd tot omstreeks 1850.

In 1851 werden grondige herstellingen uitgevoerd, o.m. het vernieuwen van de muren, wellicht geen overbodige luxe na het gebruik als school, en in augustus van hetzelfde jaar werd de kapel heringewijd. Er was echter niet gewacht op de heropening om het nieuwe klokje te bestellen. Dit werd in oktober 1850 gewijd.

Van 1870 tot 1897 hield de Franse Congregatie hier haar oefeningen. Daarna beschikte ze over een eigen kapel in de Herentalsstraat.

In april 1891 werd het torentje door de bliksem getroffen. Een aantal schaliën werden verbrijzeld.

Begin 20ste eeuw bevond de kapel zich in een tamelijk erbarmelijke toestand. De restauratieplannen opgemaakt door architect Jules Taeymans in 1912 werden door het uitbreken van W.O. I op lange baan geschoven.

De uitvoering van de werken werden uiteindelijk in 1924-1927 volbracht: dak en torentje werden vernieuwd, vensters hersteld, muren verdubbeld, houten lambrisering door eikenhouten beschot vervangen, portaal in eik uitgevoerd, communiebank en preekstoel gedecapeerd.

In 1934 werd boven de nieuwe ingangsdeur een ijzeren waaier geplaatst, vervaardigd door de Vak- en Nijverheidsschool. In 1951 werden andermaal werken aan het dak uitgevoerd en in 1954, o.l.v. architect J. Schellekens, het interieur geschilderd.

De laatste grondige restauratiewerken dateren van 1995-1997.

SINT THEOBALDUS

De kapel werd toegewijd aan de H. Theobaldus, ook Sint Eeuwout genoemd, aangeroepen ter genezing van kinderkwalen. Er bestaan verschillende heiligen die de naam Theobaldus dragen. Wie van hen werd te Turnhout vereerd?

De heilige Theobaldus, of Saint Thibaut werd in 1033 geboren in Provins (F) uit een grafelijke familie van Champagne. Hij werd door zijn ouders voorbestemd om ridder te worden, maar hij ontvluchtte het ouderlijke kasteel en trok zich terug in een kluis. Hij verlangde een ridder van de Heer te worden. Hij trad toe tot de abdij van Saint Remi te Reims, maar vestigde zich daarna toch weer als kluizenaar te Pétange in de Luxemburgse Ardennen. Hij hield zich onledig met kolenbranden. Maar ook daar bleef hij niet: hij trad tenslotte toe tot de Orde van de Camaldulenzen. Hij overleed in 1066 te Salaniga bij Vicenza in Noord Italië.

Omstreeks 1073 werd hij reeds heilig verklaard door Paus Alexander III en dat werd de start van de verspreiding van zijn devotie in Duitsland, Frankrijk, België en vooral Luxemburg waar zijn kluis in Marcourt nog steeds te bezichtigen is.

De heilige Theobaldus wordt meestal afgebeeld als kluizenaar of als ridder. Hij is de patroon van de landbouwers, schoenmakers, leerlooiers en kolenbranders.

De H.Theobaldus wordt dikwijls verward met de heilige bisschop Ubaldus van Gubbio. Hij overleed in 1160 en werd in 1192 heilig verklaard. Deze werd meestal afgebeeld als bisschop, baardloos, met twee zwevende engelen ter hoogte van zijn mijter en twee pelgrims aan zijn voeten. Het dorp Thann in de Elzas had een reliek van de H. Ubaldus kunnen verwerven; meer dan één wonder werd aan hem toegeschreven. Thann vormde het doel van talrijke pelgrimstochten.

Welke Theobaldus werd in Turnhout aangeroepen: de heilige van Provins of deze van Thann (Gubbio)? Het was deze laatste die de voorkeur van de Turnhoutenaren wegdroeg, een keuze die door historische gegevens wordt bevestigd. Turnhout en Tann vierden beide de H. Theobaldus op 1 juli, een dag die in de Kempense stad reeds in 1902 naar 2 juli was verschoven. Te Thann werd de H.Ubaldus vereerd onder de naam Ewald of Eeuwout.

Over de devotie tot de H.Theobaldus voor 1800 is ons weinig of niets bekend. De getuigenissen over de jaarlijkse begankenissen op 1 juli – de feestdag van H.Theobaldus – dateren slechts van de 19de eeuw. Bedevaarders kwamen van heinde en verre om de heilige om genezing te smeken van kinderen met kinkhoest, stuipen en ‘kwade koortsen’. Er werden ’s ochtends 3 missen gecelebreerd, een plechtige hoogmis, na de middag werd de rozenkrans gebeden, daarna werd het sermoen gehouden en de dag werd besloten met een plechtig lof. Na elke dienst werden de aanwezigen gezegend met de door Rome goedgekeurde relikwie van de H.Theobaldus. Er werd gewijd water uitgedeeld en de kinderen dronken dit uit een jachthoorn. De begankenis bleef bestaan tot in de vijftiger jaren, zij verminderde stilaan en verdween totaal door de sluiting van de kapel.

ONZE LIEVE VROUW VAN BIJSTAND

De kapelanie werd, zoals eerder opgemerkt, in 1401 ook gesticht ter ere van O.L. Vrouw. In 1660 werd te Weelde een beeld van O.L.Vrouw bij de pastoor aangekocht. Dit beeld kreeg te Turnhout de naam van O.L.Vrouw van Bijstand.

In 1789 ontstond de legende om deze O.L.Vrouw, want zij zou een aandeel gehad hebben in de overwinning van de Patriotten op de Oostenrijkers tijdens de Slag van Turnhout 27 oktober 1789.

Zo getuigt een brief geschreven door begijn Joanne Tibe op 26 december 1789 aan een vriendin. Volgens het begijntje en getuigenissen van gelovige burgers, die in de kapel bijeen waren gekomen om een goede afloop van het gevecht af te smeken van O.L.Vrouw, zagen zij plots hoe het beeld verdween en enkele uren later terugkwam, terwijl de kapel op haar grondvesten daverde. De Pariotten en de Oostenrijkers hadden het beeld in de Gasthuisstraat boven de vechtende troepen zien verschijnen.

Het Oostenrijkse leger van Jozef II beschikten over geweren en kanonnen terwijl de Patriotten zich enkel konden bewapenen met rieken en ander boerengetuig.

Onze Lieve Vrouw liet zich niet onbetuigd en ving de kanonkogels van de Oostenrijkers in haar schoot op. Dat onze bloedeigen Patriotten de vermaledijde Oostenrijkers een nederlaag toebrachten staat nog vermeld in oude geschriften. Ook dat het Mariabeeld, na de strijd, drie onuitwisbare slijkplekken vertoonde.

Later kwamen de lotelingen in de kapel tot O.L.Vrouw bidden om van de soldatendienst bevrijd te blijven. Jarenlang trokken de oudstrijders nog op bedevaart naar de kapel en tot in de helft van de vorige eeuw werd er een herdenkingsmis opgedragen op de verjaardag van de Slag van Turnhout.

Telkens er in onze regio oorlog dreigde, zoals in 1914 en 1939 gingen de Turnhoutenaars weer op bedetocht naar O.L.Vrouw van de Theobalduskapel om er bescherming af te smeken. Mirakels, zoals in de goede oude tijd, gebeurden er echter niet meer.

Met de sluiting van de kapel werden alle kostbaarheden, en ook het beeld van O.L.Vrouw van Bijstand naar de parochiekerk van Sint Pieter overgebracht.

 

Bronnen : E.Van Autenboer: De Sint-Theobalduskapel, uit: Turnhout den eersten troost der staten, Turnhout 1989.